Op reis met Vincent
Vanuit Hoogeveen reist Vincent van Gogh in de herfst van 1883 over de Verlengde Hoogeveense Vaart naar Nieuw-Amsterdam/Veenoord. In Zuidoost-Drenthe treft hij de grootste veenontginning van West-Europa aan. Ook maakt hij een dagtocht naar kunstenaarsdorp Zweeloo.
Het landschap en de werkers bieden hem volop inspiratie. De experimenten met materiaal, techniek en thematiek die Van Gogh in deze periode uitvoert, zijn belangrijk voor de ontwikkeling die hij als kunstenaar doormaakt. Ze hebben een rol in de niet te onderschatten impact die hij uiteindelijk op de wereld van de moderne kunst heeft. Toch is Van Goghs verblijf in Drenthe misschien wel het minst bekende hoofdstuk uit het leven van de wereldberoemde kunstenaar.
Naar het platteland
In de zomer van 1880 besluit Van Gogh zich toe te leggen op het kunstenaarschap. Gesteund door zijn broer Theo wijdt hij zich vol overgave aan zijn nieuwe roeping. Hij probeert het vak door zelfstudie onder de knie te krijgen. De eerste jaren tekent hij vrijwel uitsluitend, maar in Den Haag start hij onder leiding van de bekende Haagse School-kunstenaar Anton Mauve voorzichtig met schilderen. Van Gogh kiest in zijn werk voor sociale thema’s en tekent de mensen uit de stad. Maar hij voelt een steeds grotere neiging om terug te keren naar het platteland. Hij wil ‘al wat tot het boerenleven hoort onderzoeken & tekenen’.
Hij heeft over Drenthe gehoord van andere kunstenaars en besluit erheen te gaan. Op 11 september 1883 stapt hij op de trein van Den Haag naar Hoogeveen. Hij verblijft drie maanden in de provincie en wil in die periode het leven op het land doorgronden en vastleggen. Daarbij laat hij zich in niets weerhouden door de mode in de kunstwereld: Van Gogh volgt zijn eigen weg.
Van Gogh schildert andere gebieden dan de meeste kunstenaars die Drenthe bezoeken. Ook is hij er niet in de zinderende zomer, maar juist in het donkerste jaargetijde. Het resultaat is wel dat zijn werk écht vernieuwend is, anders dan alles wat daarvoor is gemaakt. Kijk maar eens naar De turfschuit of Onkruid verbrandende boer.
‘Dus ik zeg tot U, plant U in den grond van Drenthe – gij zult er kiemen.’
◼️ Vincent van Gogh, De turfschuit, 1883
Collectie Drents Museum, aangekocht met steun van de Provincie Drenthe, Nederlandse Aardolie Maatschappij, Vuil Afvoer Maatschappij, Stichting Pieter Roelf, Stichting Van Gogh, Stichting Vrienden van het Drents Museum, Stichting Schone Kunsten rond 1900, VSB-fonds en Vereniging Rembrandt
◼️ Vincent van Gogh, Onkruid verbrandende boer, 1883
Collectie Drents Museum, Assen | Van Gogh Museum, Amsterdam, aangekocht met steun van de VriendenLoterij, Mondriaan Fonds, Vereniging Rembrandt (mede dankzij haar Themafonds Impressionisme/Claude Monet Fonds en het Prins Bernhard Cultuurfonds), Provincie Drenthe, Stichting Beringer Hazewinkel, Stichting Steunfonds Drents Museum, Stichting Vrienden van het Drents Museum & Vincent van Gogh Stichting
Geïnspireerd landschap
Overal waar Van Gogh in Drenthe komt, vormt zich als het ware meteen een schilderij in zijn hoofd. Hoe het kleurenpalet eruit moet zien, heeft hij ook al bedacht. Terwijl hij het landschap aan Theo beschrijft, schildert hij als het ware met woorden. Het levert brieven op die tot de allermooiste uit zijn jarenlange correspondentie behoren. Zo schrijft hij bijvoorbeeld op 3 oktober: ‘De lucht was van een onuitsprekelijk fijn lilas wit – geen schapenwolken want het zat meer aan elkaar en bedekte den geheelen hemel. Maar vlokken meer of minder toonig lilas – grijs – wit – een enkel scheurtje waardoor ’t blaauw heenschemerde. Dan aan den horizon een roode schitterende streep – daaronder de verbazend donkere vlakte bruine heide en tegen de roode lichtende streep uit een menigte lage daken van kleine keeten.’
Van Gogh bezit het vermogen om het landschap te beleven alsof het een schilderij is. De Drentse natuur biedt hiervoor een verrassend rijke voedingsbodem. ‘Het land is superbe, superbe, alles roept U toe: schilder!’ schrijft hij op 15 oktober. Dat beeldend vermogen combineert Van Gogh met een visueel geheugen gevuld met inspirerende voorbeelden uit de kunstgeschiedenis. Of het nu gaat om oude Nederlandse meesters als Van Ruisdael en Van Goyen, om de Franse schilders van Barbizon als Michel, Millet, Rousseau of Dupré, of om tijdgenoten als Liebermann, Israëls of Van de Sande Bakhuyzen – Van Gogh kent hun werk en gebruikt die kennis om zijn eigen pad als kunstenaar uit te stippelen.
◼️ Jozef Israëls, De Drentse Madonna, 1893
Collectie Drents Museum, schenking Stichting Vrienden van het Drents Museum
In Drenthe oefent hij het schilderen met olieverf en zet voorstellingen met snelle streken in één keer op het doek. Details doen niet terzake, het gaat om het karakteristieke beeld van het Drentse leven dat hij daar ziet. Kale veenlandschappen en hardwerkende mannen en vrouwen die met turf sjouwen. Avondeffecten waarbij een ondergaande zon of een vuurtje spannende contrasten vormen met het donkere landschap. Hij zwoegt met vorm, verf en licht, al zoekend naar een eigen stijl en thematiek.
◼️ Vincent van Gogh, Landschap met een boerderij, 1883
Collectie Drents Museum, aankoop met steun van de provincie Drenthe, het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, het Mondriaan Fonds, C&W de Boer Stichting, de VriendenLoterij, het Aankoopfonds Drents Museum en Stichting Vrienden van het Drents Museum
Kiemen in de Drentse grond
Drenthe heeft iets in Van Gogh veranderd. Deze vroege periode in zijn kunstenaarsbestaan is een belangrijke voedingsbodem voor zijn verdere ontwikkeling. Zoals hij het omschrijft aan Theo op 28 oktober wanneer hij hem probeert over te halen om ook schilder te worden en naar Drenthe te komen: ‘Dus ik zeg tot U, plant U in den grond van Drenthe – gij zult er kiemen.’ Kiemen heeft Van Gogh er zelf zeker gedaan. In Drenthe heeft hij in alle eenzaamheid, afgesloten van de kunstwereld, kunnen experimenteren. Zijn vele brieven aan Theo, waarin hij zijn ideeën over het kunstenaarschap onder woorden brengt, scherpen zijn gedachten en ambities.
De Drentse periode is een periode van bezinning en overdenking, die hem vastbesloten heeft gemaakt om door te gaan met schilderen. Veel van de Drentse thema’s blijven ook later terugkeren: hutten, avondscènes, boomgaarden en arbeiders op het land. Het worstelen en ploeteren in Drenthe maakt het ontstaan van veel latere meesterwerken mogelijk. De schilderijen en tekeningen uit zijn kleine Drentse oeuvre laten niet alleen Van Goghs ontwikkeling als kunstenaar zien, de kunstwerken zijn ook iconen van het Drenthe van de negentiende eeuw. Ze brengen de noeste arbeid van de boeren en veenarbeiders in beeld, evenals een landschap van prachtige heidevelden en kilometers lange waterwegen. Van Gogh heeft het karakter van Drenthe weten te vangen in zijn kunst.